Duimprothese bij Rhizartrose

Rhizartrose of duimartrose is slijtage van het CMC1 gewricht van de hand. Dit is het gewricht tussen enerzijds de handwortel (Carpus) en het middenhandsbeen van de duim (MetaCarpaal1). Dit gewricht laat de duim toe in verschillende richtingen te bewegen. De beweging van de duim naar de handpalm en pink toe is zelfs uniek voor het mensenras: de apen kunnen dit niet. Dit gewricht is, zoals alle gewrichten, bedekt met kraakbeen. Kraakbeen kan echter wegslijten. De botten van het gewricht komen dan rechtstreeks in contact met elkaar. Dit zorgt op zijn beurt voor ontsteking, verstijving en pijn van het CMC1 gewricht.

Wat zijn de klachten ?

Typische klachten zijn pijn, krampen en bewegingsbeperking ter hoogte van de duimbasis. Er treden pijnscheuten op bij opendraaien van een fles en er is soms een krakend gevoel aan de duimbasis.

Hoe wordt de diagnose gesteld ?

De handchirurg zal de diagnose met een specifiek klinisch onderzoek snel kunnen stellen. Een radiografie is meestal voldoende voor het bepalen van de ernst van de rhizartrose.

Wat zijn de behandelings
mogelijkheden ?

In een vroeg stadium kan medicatie, een spalk omheen de duim of een inspuiting met cortisone of hyaluronzuur helpen. Cortisone zorgt veelal voor een snel en vrij langdurig goed effect. Hyaluronzuur is een bouwsteen van het kraakbeen, maar het product is duurder. Als de klachten te ernstig zijn en de functionele hinder te storend is een operatie de beste optie. Het type operatie is afhankelijk van de ernst van de artrose en de activiteitsgraad (beroep, hobby) van de patient. Ofwel wordt het gewricht vervangen door een duimprothese: hierbij wordt enkel het beschadigde deel van het duimgewricht vervangen. Ofwel wordt het zieke handwortelbeen verwijderd in combinatie met een peesinterpositie. Hieronder volgt wat meer uitleg over de duimprothese.

Duimprothese :

De operatie waarbij een duimprothese wordt geplaatst duurt ongeveer 1 uur en gaat door in het dagziekenhuis. Een duimprothese bestaat uit drie delen : een kom, een nek (met bolletje) en een steel.

De drie delen van de prothese worden door de handchirurg op de juiste manier geplaast zodat er een goede en stabiele beweeglijkheid is van het kunstgewricht. De prothese is bekleed met een hydroxy-apathiet coating zodat deze zich aan het bot vastgroeit. Na de ingreep wordt er een gips geplaatst. Na deze gips wordt een afneembare spalk voor 3-4 weken gemaakt. Een goede beweeglijkheid wordt bekomen na 2-3 maanden. Het herstel van de kracht neemt verder toe tot 1 jaar na de ingreep.